In het Belastingplan 2026 komt het demissionaire kabinet met een opvallend voorstel: per 1 januari 2027 wordt er een extra belasting ingevoerd op zakelijke auto’s die CO₂ uitstoten. Het gaat om een zogenaamde pseudo-eindheffing over de waarde van de auto van de zaak.
Een papieren maatregel? Of eentje met echte impact op werkgevers, werknemers en de autobranche? Laten we de mogelijke effecten eens op een rij zetten.
Het idee achter deze maatregel is helder: zakelijke auto’s die werkgevers beschikbaar stellen, moeten emissievrij worden. Voor de uitstoot van de auto zelf althans – over de stroomopwekking is weer een ander debat.
Een mogelijk scenario: werkgevers kunnen besluiten dat leaseauto’s alleen nog zakelijk gebruikt mogen worden en niet meer privé, ook niet voor woon-werkverkeer. Zelfs met brandstof auto’s lijkt in dit geval de pseudo-eindheffing niet van toepassing. Het risico? Dat medewerkers er vervolgens privé alsnog een oude brandstofauto bij kopen. Dan hebben we ineens dubbele benzine- en dieselwagens rondrijden. Geen heel waarschijnlijk scenario, maar zeker denkbaar.
Werkgevers zouden ook een andere route kunnen nemen: geen auto’s meer aanbieden, maar werknemers een mobiliteitsbudget geven. Daarmee kan iedereen zijn eigen mix samenstellen – van OV tot fiets, van deelauto tot (tweedehands) privéauto.
Dat klinkt flexibel, maar de praktijk leert waarschijnlijk dat veel werknemers privé alsnog een gebruikte brandstofauto of gebruikte EV kopen. Slechts een deel zal meteen overstappen naar een nieuwe emissievrije auto.
Voor werkgevers die wél auto’s blijven aanbieden ook voor privégebruik, lijkt de overstap naar emissievrij onvermijdelijk. Dat betekent hogere leasekosten, want elektrische auto’s zijn voorlopig duurder in aanschaf. Daar staat tegenover dat de ‘brandstofkosten’ lager uitvallen.
Rekenmodellen genoeg, maar de trend is duidelijk: de financiële balans gaat schuiven.
Een alternatief dat steeds meer terrein wint, is het inzetten van emissievrije zakelijke deelauto’s. Dat kan namelijk flink wat voordelen opleveren:
Werknemers kunnen de deelauto zakelijk gebruiken, maar ook privé – mits ze het privégebruik zelf netto betalen. Dan is er ook geen bijtelling. Plus dat de vaste autokosten voor de werkgever voor een deel betaald worden door de privégebruik betalingen. Voor veel medewerkers vervalt zo de noodzaak om nog een (tweede) auto aan te houden.
De exploitatie van gedeelde lease-vloten biedt een nieuw verdienmodel. Leasemaatschappijen zijn hier al volop mee bezig.
Leasemaatschappijen zijn hier al volop mee bezig. Ze bieden deelauto’s of poolauto’s aan, vaak met de techniek en support van partijen zoals WeGo. Daarmee wordt reserveren, openen/sluiten zonder sleutel, schade melden en onderhoud plannen eenvoudig geregeld.
Deelauto’s passen in een bredere beweging: van bezit naar gebruik. Een emissievrije auto hoeft niet na 48 maanden terug naar de markt, maar kan gerust 96 maanden of langer mee. Een EV met 300.000 kilometer is prima inzetbaar.
Dat vraagt wel een andere kijk op restwaarde, zeker omdat de tweedehandsmarkt voor oudere EV’s kleiner zal zijn. Toch hoeft dat geen probleem te zijn: na een lange gebruiksperiode kunnen auto’s terug naar de fabrikant voor hergebruik van materialen. Zo wordt de keten écht circulair.
De pseudo-eindheffing klinkt misschien als een extra belastingmaatregel, maar in feite versnelt het de transitie naar emissievrije mobiliteit. Werkgevers, leasemaatschappijen en mobiliteitsaanbieders die nu al inspelen op deelauto’s en langere gebruiksduur, hebben straks een voorsprong.
Voor de autobranche betekent het omschakelen: minder afhankelijk van verkoopvolumes, meer focus op exploitatie, circulaire inzet en mobiliteit als dienst.
"*" geeft vereiste velden aan